Werkbank Academische vaardigheden |
Vier soorten redeneringGrofweg zijn er vier manieren waarop beweringen en rechtvaardigingen met elkaar kunnen samenhangen. Vaak is het type samenhang te herkennen aan het soort verbandwoorden dat wordt gebruikt. Enkelvoudige redenering
De bewering wordt door één rechtvaardiging ondersteund (vergelijk ook voorbeeld (1) op de pagina Wat is een redenering):
Meervoudige redenering
De bewering wordt door meerdere rechtvaardigingen ondersteund waarbij iedere rechtvaardiging afzonderlijk ook als volwaardige rechtvaardiging van de bewering bedoeld is.
Meervoudige redeneringen zijn te herkennen aan woorden als overigens, trouwens, op de eerste, tweede, derde plaats, behalve dat, etc. Nevenschikkende redeneringEen nevenschikkende redenering is een bijzondere vorm van een meervoudige redenering. Bij een nevenschikkende redenering gelden de verschillende rechtvaardigingen alleen samen als een volwaardige verdediging van de bewering.
Nevenschikkende redeneringen zijn te herkennen aan woordjes als: daarbij komt, bovendien, daarnaast, vooral ook omdat, alsmede, etc. Onderschikkende redenering
Ook hier is sprake van een vorm van meervoudige redenering:de bewering wordt bij onderschikkend redeneren trapsgewijs ondersteund met rechtvaardigingen die ook weer worden ondersteund door eigen rechtvaardigingen. Dit gaat net zo lang door tot er geen ondersteuning voor de rechtvaardigingen meer nodig lijkt.
Onderschikkende redeneringen zijn te herkennen aan woordjes als: want, omdat, immers, aangezien, met als gevolg, etc. Lees verder: Twee soorten beweringen |
Overige pagina's in deze rubriek: Introductie Wat is een redenering Evaluatievragen Beoordeling redeneerschema’s Redeneerfouten |