Werkbank Academische vaardigheden |
Twee soorten beweringenBij het beoordelen van de kwaliteit van een redenering maak je ook een analyse van het soort bewering dat onderdeel is van die redenering. Er zijn twee soorten beweringen: feitenuitspraken en persoonlijke meningen. Je benadert de toetsing van een redenering op basis van een feitenuitspraak anders dan een redenering op basis van een persoonlijke mening. Feitenuitspraken
Beweringen zijn uitspraken over hoe de werkelijkheid (of delen daarvan) in elkaar zit. Bij feitenuitspraken gaat het om beweringen die in principe controleerbaar zijn. Dat wil zeggen, het is mogelijk om objectief vast te stellen of de bewering waar of onwaar is. Dat laatste geldt voor (7) en (8), maar ook voor (9) want het gaat om het principe van controleerbaarheid: je moet je kunnen voorstellen dat je een bewering zou kunnen controleren, als je maar de gelegenheid zou hebben.
Persoonlijke meningen
Bij persoonlijke meningen is er geen sprake van controleerbaarheid, maar van een waardeoordeel van de schrijver. Voorbeelden:
Als je de kwaliteit van een feitenuitspraak (een redenering op grond van een feitenuitspraak) beoordeelt, dan gaat het over waar of onwaar; je toetst de geloofwaardigheid van de bewering, dus je toetst de rechtvaardiging om te zien of die inderdaad een ondersteuning is voor de geloofwaardigheid van de bewering. Als je de kwaliteit van een persoonlijke mening (een redenering op grond van een persoonlijke mening) beoordeelt, dan gaat het erom of je het waardeoordeel aanvaardt; je toetst de aanvaardbaarheid van de bewering. Dat betekent dat je de rechtvaardiging aan een ander soort toetsing onderwerpt: ondersteunt de rechtvaardiging inderdaad zodanig de bewering dat je het oordeel van de schrijver wilt aanvaarden? Lees ook: Vier soorten redenering |
Overige pagina's in deze rubriek: Introductie Wat is een redenering Evaluatievragen Beoordeling redeneerschema’s Redeneerfouten |