Werkbank Academische vaardigheden


6. Redeneren op basis van autoriteit

Redeneerschema's op basis van autoriteit horen vooral bij persuasieve teksten als direct mail, reclame of campagnefolders: als George Clooney een merk koffie aanraadt, dan is dat een argument voor de consument om dat merk ook te kopen. Speciaal aan deze toepassing van de autoriteitsredenatie is, dat de overtuigingskracht van de autoriteit gelegen is in de sympathie en het vertrouwen dat Clooney oproept, en niet gebaseerd is op zijn deskundigheid op het gebied van koffie.

Een dergelijke toepassing van het autoriteitsargument komt in wetenschappelijke teksten uiteraard in principe nooit voor. Wel kan het voorkomen dat een auteur rechtvaardiging voor zijn of haar bewering zoekt door te stellen dat de bewering geheel in overeenstemming is met datgene wat de deskundige onderzoeker X al in publicatie Y heeft aangetoond of gesteld. Een variant hiervan is, dat een auteur zich beroept op de autoriteit van een theorie of een algemeen geldende opvatting binnen een vak: X kan niet waar zijn omdat dat in tegenspraak zou zijn met gevestigde theorie Y.

Evaluatievragen bij de beoordeling van een dergelijke autoriteitsredenatie zijn:

  • Is deskundige X inderdaad deskundig op precies het terrein waarop de bewering betrekking heeft?
  • Is deskundige X wel nauwkeurig en volledig aangehaald of geciteerd? Is zijn of haar standpunt niet uit zijn verband gerukt, of incorrect geparafraseerd?
  • Is de theorie wel correct weergegeven?
  • Zijn er wellicht geen andere deskundige autoriteiten, of andere geaccepteerde theorieën, die andere, tegengestelde standpunten hebben gepresenteerd?

Wanneer de aangevoerde deskundigheid niet relevant is voor de kwestie waarop de redenering betrekking heeft, is er sprake van een redeneerfout (Argumentum ad verecundiam) (zie Beruchte redeneerfouten).

Terug naar de index van redeneerschema's