Werkbank Geesteswetenschappen

Kenmerken van elektronische literatuur

In veel publicaties (zie b.v. de publicaties die in de introductie worden genoemd) wordt een poging gedaan om elektronische literatuur in te delen in genres, zoals hypertext literatuur, interactieve literatuur, multimediale literatuur, flash poems en computer generated poetry. Omdat deze indeling niet altijd eenduidig is (hypertext literatuur kan bijvoorbeeld ook multimediale elementen bevatten en multimediale literatuur kan ook interactief zijn) is in deze werkbank gekozen voor een beschrijving van mogelijke kenmerken van elektronische literatuur. Veel uitingsvormen daarvan beschikken over meer dan één van deze kenmerken.
N.B. Hoewel de kenmerken afzonderlijk niet altijd per definitie vernieuwend of typerend voor het medium computer zijn, is de onderlinge wisselwerking daarvan dat vaak wel.

Non-lineariteit

Non-lineariteit houdt in dat een werk niet van begin to einde als één doorlopende tekst kan of hoeft te worden gelezen, maar dat de lezer op verschillende manieren door de tekst heen kan gaan. Dit kenmerk is nauw verbonden met het kenmerk interactiviteit (zie hieronder), omdat de lezer meestal zelf op diverse plaatsen in de tekst kan (of moet) bepalen op welke wijze hij/zij verder wil lezen. De techniek die hiermee nauw verbonden is, is hypertext. Binnen de elektronische literatuur wordt hypertext literatuur (en dan met name hypertext fictie) vaak als een specifiek genre onderscheiden. Net als reguliere gedrukte literatuur, is veel hypertext literatuur (met name als het gaat om romans) een commercieel product. Dit geldt bijvoorbeeld voor de klassieker Afternoon, a story (Michael Joyce, 1987/1990), uitgegeven door Eastgate. Andere publicaties van deze uitgever van Engelstalige hypertext fictie zijn bijvoorbeeld Victory Garden (Stuart Moulthrop, 1995) en Patchwork Girl (Shelley Jackson, 1995).
Voorbeeld van hypertext literauur op het Internet:
Hegirascope (Stuart Moulthrop, 1997/1998) [hypertext fictie]

Interactiviteit

Interactiviteit houdt in dat de lezer in belangrijke mate bepaalt hoe een tekst wordt gelezen, welke wending een verhaal neemt, wanneer een volgend gedeelte van een werk wordt getoond, dat een bepaald beeld wordt getoond of geluid wordt afgespeeld, etc. Hoewel dit kenmerk vaak verbonden is met het kenmerk non-lineariteit (zie hierboven) en daarmee met hypertext fictie, is dit zeker niet altijd het geval.
Voorbeelden:
The Jew's Daughter (Judd Morrissey)
Blue Hyacinth (Jim Anderson) [interactiviteit, beweging] en andere Stir Fry Texts

Multimedialiteit

Als tekst wordt gecombineerd met beeld, geluid, animaties en/of videobeelden, is er sprake van multimedialiteit. Dit is een belangrijk kenmerk van veel elektronische literatuur.
Voorbeelden:
Slaaplied (Tonnus Oosterhof) [tekst en muziek]
Faith (Robert Kendall) [kleurgebruik, animatie, muziek, timing; ook beweging]

Beweeglijkheid en veranderlijkheid

Bepaalde vormen van elektronische literatuur zijn niet statisch van vorm. Er kan bijvoorbeeld worden gespeeld met de plaats van letters en/of woorden in de tekst, door ze te laten bewegen over het beeldscherm en hiermee de inhoud op een bepaalde manier te ondersteunen. Ook kunnen bepaalde tekstgedeelten worden afgewisseld met andere tekstgedeelten (al of niet na input van de lezer), zodat niet alleen de vorm van b.v. een gedicht verandert tijdens het lezen, maar ook de inhoud.
Voorbeeld:
The Dreamlife of  Letters  (Brian Kim Stefans)

Vergankelijkheid

Sommige elektronische literatuur is niet permanent, maar vluchtig en momentgebonden, omdat het elke keer dat het wordt bekeken een andere vorm aanneemt en niet in één vaste vorm opgeslagen kan worden. Dit kenmerk hangt gedeeltelijk samen met de hiervoor genoemde beweeglijkheid en vergankelijkheid, maar heeft ook andere aspecten. Het is bijvoorbeeld een belangrijk kenmerk van poëzie die door een computerprogramma wordt gegenereerd. In dit genre (computer generated poetry) wordt met behulp van geprogrammeerde instructies op basis van een bepaald basisvocabulaire een tekst(reeks) als resultaat gegenereerd. Dit proces, waarvan het resultaat telkens anders kan zijn (en dus niet vast ligt) volstrekt zich tijdens de leeshandeling en kan soms ook worden gestuurd door ingrijpen van de lezer.
Voorbeelden:
Emotionally configurable poem generator (Peter Howard) [computergegenereerde poëzie]
Regime Change (Noah Wardrip-Fruin e.a.) [computergegenereerde poëzie]

Drie-dimensionaliteit

In sommige werken wordt een (illusie van een) derde dimensie gebruikt voor het presenteren en het manipuleren van tekst.
Voorbeelden:
Five by Five (Dan Weber) [3d; beweging]
Heart Pole (David Knoebel) [3d; beweging]
Uiteraard heeft het beeldscherm beperkingen als het gaat om 3d-presentatie; een ontwikkeling op dit gebied is CAVE. Dit is een ruimte met projectiewanden, waarbij er op de wanden computergegenereerde beelden geprojecteerd worden. In combinatie met de speciale bril die de gebruikers van de CAVE moeten dragen, lijkt alles in 3d uit de wanden te komen. Een voorbeeld van een literaire toepassing van CAVE is Screen, van Noah Wardrip-Fruin e.a.

Verweving met andere kunstvormen

Waar bij elektronische literatuur het literaire aspect centraal staat en andere media worden gebruikt om dit te ondersteunen, versterken, etc., zijn  er ook kunstvormen waarin veeleer sprake is van een samengaan van elektronische literatuur met andere (digitale) kunstvormen, zoals beeldende kunst, film, muziek en computer games, op zo'n manier dat de scheidslijn tussen de ene kunstvorm en de andere vervaagt. Een voorbeeld hiervan is interactive fiction, een term die wordt gebruikt voor verhalende text games en die ook wel als genre-aanduiding wordt gehanteerd.
Voorbeelden:
The Child (Alex Gopher en Antoine Bardou-Jacquet) [video; narratief kalligram]
Façade: a one-act interactive drama

Samenwerking

Hoewel literatuur die via nieuwe communicatiemedia zoals email, SMS, wiki's, rss-feeds of blogs wordt verspreid, niet onder de definitie van elektronische literatuur valt die in deze werkbank wordt gehanteerd (zie de inleiding), maken dergelijke communicatievormen wel een nieuwe vorm van totstandkoming van literatuur mogelijk die vermeldenswaard is. Het gaat daarbij om werken waar omheen zich een literaire gemeenschap vormt die invloed heeft op de totstandkoming ervan. Dergelijk werk 'groeit' als het ware door de bijdragen van de lezers, die overigens verschillende vormen kunnen aannemen. Zo werken Kate Pullinger en Chris Joseph op het moment met behulp van het systeem CommentPress aan Flight Paths. Ze noemen dit een ‘networked novel’, waarbij input van de lezer de ontwikkeling van het werk beïnvloedt.

Overige pagina's in deze rubriek: Introductie   Technieken   Links