Werkbank Geesteswetenschappen |
ConversatieanalyseMet conversatie-analyse of interactie-analyse analyseer je face-to-face gesprekken, in formele of informele context. Dat wil zeggen dat alle soorten gesprekken in organisaties (bedrijven, rechtbank, politiebureau, ziekenhuis) of aan de koffietafel kunnen worden onderzocht. Wat al die gesprekken gemeenschappelijk hebben, is dat het allemaal 'natuurlijke' gesprekken zijn: ze zouden ook hebben plaatsgevonden als ze niet onderzocht zouden worden. De conversatie-analyse gebruikt dus eigenlijk nooit gesprekken die zijn opgenomen in experimentele situaties. Conversatie-analyse wordt ook vaak toegepast bij de analyse van CMC (computer mediated communication) bijvoorbeeld bij onderzoek naar interactie op een forum, bij online therapie, of bij onderzoek naar chatgesprekken. Allemaal gesprekken/teksten waarbij sprake is van veel interactie tussen mensen. Voordat de gesprekken geanalyseerd kunnen worden worden ze allereerst opgenomen (audio, video) en getranscribeerd (woordelijk weergegeven, inclusief nadruk, intonatie, pauzes). Om te transcriberen gebruiken we op de VU het programma Transana. Bij conversatie-analytisch onderzoek probeer je meestal patronen vast te stellen in de manier waarop gespreksdeelnemers zelf hun gesprekken organiseren. Bijvoorbeeld patronen in hoe mensen (telefoon)gesprekken openen of afsluiten; hoe interviewers vragen stellen of geïnterviewden proberen antwoorden te vermijden; hoe rechters verdachten verhoren of verdachten zichzelf proberen vrij te pleiten; hoe managers vergaderingen leiden of onderwerpen introduceren of afsluiten; hoe sollicitatiegesprekken gevoerd worden, etc. Veelal is conversatie-analytisch onderzoek kwalitatief van aard: het gaat er meestal niet om hoe vaak iets voorkomt, maar hoe iets voorkomt en wat dat betekent voor de mensen zelf in het gesprek. Meestal begin je met een case-studie (één uitgebreide en gedetailleerde analyse van een bepaald gesprek, fragment of fenomeen) en stap je vervolgens over op een collectiestudie. Als je een collectiestudie onderneemt, dan stel je een corpus op van verwante cases en probeer je zo een breder patroon in het onderzochte fenomeen vast te stellen. Bij je onderzoek kun je naar veel verschillende aspecten van de interactie kijken: naar hoe mensen hun beurten afwisselen (beurtwisselingsorganisatie), naar hoe mensen hun handelingen op elkaar afstemmen (bijvoorbeeld vragen-antwoorden), naar de manieren van formuleren die mensen kiezen in hun uitingen, etc. Maar wat je ook onderzoekt, je probeert eigenlijk altijd meer zicht te krijgen op hoe mensen hun relatie ten opzichte van de andere gespreksdeelnemers in het gesprek tot stand brengen, beïnvloeden, veranderen en hoe ze daarvoor hun taal gebruiken. Taken
HulpmiddelenIn onze faculteit is Transana het belangrijkste ondersteunende programma bij conversatieanalyse. |