NLS Online

Startpagina > Register > Informele woordkeus

Informele woordkeus

In verband met het karakter van wetenschappelijke teksten is het de bedoeling dat je een formeel register gebruikt (zie Register: inleiding). Dat betekent dat je in je woordkeus en in je zinsbouw geen spreektaal moet gebruiken, en geen informele of populaire woorden, uitdrukkingen en constructies moet toelaten. Om dit te bereiken kun je kiezen voor schrijftalige vormen van hetzelfde woord, voor formelere synoniemen van een woord, voor het weglaten van versterkende woorden en voor formelere versies van spreektalige uitdrukkingen.

Te informele, spreektalige woordkeus en zinsbouw

Dit komt mede door het feit dat zij van deze technologische mediagroei gewoonweg niks hebben meegekregen in hun jeugd.

Ook dient intrinsieke motivatie geen doel, maar komt het voort enkel uit plezier en tevredenheid.

Bij de onderzoeksvraag die in dit geval behandeld wordt, draait het onder andere om audiovisuele media zoals televisie en radio. Daarnaast draait het in dit onderzoeksverslag ook om moderne digitale media oftewel nieuwe media.

Zoals onderzoek van Charness en Holley (2004) al liet zien, zijn ouderen inderdaad minder actief qua internetgebruik dan jongeren.

Aan het begin van voorbeeld (1) gebruikt de schrijver nog een formeel register: hij gebruikt het wat deftige ‘mede’ in plaats van het alledaagse ‘ook’. Des te groter is de stijlbreuk met het spreektalige ‘gewoonweg niks’. ‘niks’ is de spreektalige vorm van ‘niets’, net zoals ‘nou’ de spreektalige vorm van ‘nu’ is. Beide spreektalige vormen horen in een wetenschappelijke tekst niet thuis. ’gewoonweg’ is ook een typisch spreektaalwoord. Bovendien heeft het een versterkend effect, net als ‘mega’ en ‘super’. Zoiets is niet zakelijk; je kunt dit soort versterkende woorden dus beter weglaten. Vergelijk (1) met het herschreven (1a):

Dit komt mede door het feit dat zij van deze technologische mediagroei niets hebben meegekregen in hun jeugd.

Ook ‘enkel’ in voorbeeld (2) is een spreektalig woord. Het schrijftalige alternatief ‘alleen’ past veel beter bij het register van wetenschappelijke teksten, net zoals ‘veel’ beter past dan ‘een hoop’:

Ook dient intrinsieke motivatie geen doel, maar komt het voort alleen uit plezier en tevredenheid.

In de voorbeelden (3) en (4) hebben de schrijvers gekozen voor spreektalige, informele uitdrukkingen. Iets ‘laten draaien om’ en vooral ‘qua’ is eigenlijk een informele manier van uitdrukken die alleen in gesproken taal voorkomt (of in genres die zich veel van spreektaal bedienen, zoals reclame). In feite is ‘qua internet’ een soort afkorting. In een wetenschappelijke tekst moeten dit soort uitdrukkingen vervangen worden door schrijftalige alternatieven als in (3a) en (3b):

Bij de onderzoeksvraag die in dit geval behandeld wordt, staan onder andere audiovisuele media zoals televisie en radio centraal. Daarnaast krijgen in dit onderzoeksverslag ook moderne digitale media oftewel nieuwe media een belangrijke plaats.

Zoals onderzoek van Charness en Holley (2004) al liet zien, zijn ouderen inderdaad minder actief waar het gaat om internetgebruik dan jongeren.

Enige voorbeelden van informele woorden en uitdrukkingen en hun formele(re) alternatieven

het is nogal logisch

het is vanzelfsprekend

het sloeg nergens op

het was niet goed

het is zaak om

het is nodig

al met al

alles overziend

daar bovenop komt nog

daarnaast

een beetje

enigszins

wat

enige

zit hoog op de schaal

bevindt zich hoog op de schaal

slaan op

betrekking hebben op

de onderzoeksvraag gaat over

de onderzoeksvraag betreft

X zorgt voor Y

X leidt tot Y

vragen maken (in een test of vragenlijst)

vragen beantwoorden

de instructie levert voordelen op / is voordelig voor leerlingen

de instructie is effectiever voor leerlingen

een stuk beter

veel beter, aanzienlijk beter

een hoop gevallen

veel gevallen

Overige onderwerpen in deze rubriek: Inleiding   Aanspreken lezer   Citeren en parafraseren   Toon