NLS Online

Startpagina > Correctheid > Spelling > Apostrof, trema en koppelteken

Apostrof, trema en koppelteken

In academische teksten is het de norm dat het taalgebruik goed verzorgd is (zie spelling_inleiding). Dat betekent onder meer dat leestekens correct gebruikt moeten worden. Niet alleen de ‘gewone’ leestekens, maar ook de ‘bijzondere’ leestekens, zoals het trema, de apostrof en het koppelteken. Deze bijzondere leestekens helpen om de opbouw van woorden helder te maken. Als je ze goed gebruikt, help je je lezer om die woorden zonder moeite te interpreteren. Bovendien zorg je dan voor een correct gespelde tekst.

Gebruik de apostrof om problemen te voorkomen bij open lettergrepen en bij afkortingen

Docenten besteden in hun schrijfonderwijs nauwelijks aandacht aan het leren schrijven van alineas. {aangepast vanuit TsvTlb 2021-3, 292}

Lemaître’s pogingen om als wetenschapper au sérieux te worden genomen verliepen niet altijd even rimpelloos.

In de leeftijdscategorie 75-100 is sms-en zeer ongebruikelijk.

Lees verder

Als je zonder meer een meervoud maakt van woorden die eindigen op een open lettergreep, zoals ‘opa’, ‘foto’, of ‘alinea’, ontstaat er een probleem: door de toevoeging van de meervouds -‘s’ worden de ‘a’ en de ‘o’ dan kort uitgesproken, in plaats van lang (‘open’). Met andere woorden: ‘opas’ en ‘alineas’ gaan dan rijmen op ‘jas’. In het geval van zin (1) ontstaat zo een woord dat de lezer minder snel herkent. Om de lettergreep toch open te houden gebruik je dan tussen de klinker en de meervouds-‘s’ een enkel aanhalingsteken of kommaatje dat bovenaan de regel staat: de apostrof. Dus zoals in (1a).

Docenten besteden in hun schrijfonderwijs nauwelijks aandacht aan het leren schrijven van alinea’s.

Hetzelfde probleem ontstaat bij het aanduiden van bezit bij eigennamen die eindigen met een open lettergreep. Want ook bezit geef je aan met behulp van de uitgang -‘s’. Dat is geen probleem als een eigennaam eindigt op een medeklinker, want dan zet je de -‘s’ gewoon direct achter de naam: ‘Einsteins visie’. Maar bij eigennamen die eindigen met een open lettergreep, zoals ‘Luria’ of ‘Plato’, moet je ook hier weer een apostrof gebruiken om die lettergreep open te houden: ‘Luria’s hypothese’, ‘Plato’s ideeënleer’. Maar er is een uitzondering, en die zie je in (2): soms eindigt een eigennaam wel op een klinker, maar zet je geen apostrof. Dat komt doordat sommige klinkers niet open worden uitgesproken. Dat is vooral zo bij Franse namen. Doordat de ‘e’ in Lemaitre bijvoorbeeld 'stom' wordt uitgesproken (als in ‘je’) schrijf je ‘Lemaitres pogingen’, dus als (2a).

Lemaîtres pogingen om als wetenschapper au sérieux te worden genomen verliepen niet altijd even rimpelloos.

Let op: als een eigennaam zelf al eindigt op een ‘s’, zet je geen tweede ‘s’ erbij. Je zet alleen de apostrof: ‘Pythagoras’ stelling’.

In (3) zien we een voorbeeld van een afkorting (‘sms’) die ook gebruikt wordt als werkwoord, en dus vervoegd gaat worden, met –‘en’ of –‘t’. Ook hier moet je een apostrof gebruiken om het woord herkenbaar te houden, als in (3a).

In de leeftijdscategorie 75-100 is sms’en zeer ongebruikelijk.

Let op: je gebruikt hier dus niet het koppelteken. Dat komt doordat je in dit geval een woord combineert met een achtervoegsel (dus -‘en’, of -‘t’) dat zelf geen zelfstandig woord kan zijn. In gevallen waarin woorden aan elkaar worden geplakt die ieder wél zelfstandig kunnen bestaan (‘samenstellingen’), zet je het koppelteken. Dus: het is ‘sms’en’ maar ook ‘sms-bericht’.

Gebruik het trema om problemen te voorkomen bij twee of drie klinkers achter elkaar

Zolang er onvoldoende voorzieningen zijn gecreeerd voor degenen die van gebarentaal afhankelijk zijn, is het wettelijk vastleggen van gebarentaal als officiële taal van belang voor de emancipatie van de dovengemeenschap.

Lees verder

Bij woorden met twee of meer klinkerletters achter elkaar bestaat er de kans dat de lezers dit woord verkeerd lezen: ze spreken voor zichzelf het woord verkeerd uit en herkennen de opbouw van het woord niet. In zulke gevallen gebruik je het trema, een leesteken dat je kunt herkennen aan de twee puntjes op een klinker. Je zet het trema altijd op de eerste letter van de nieuwe lettergreep. In een woord als ‘beëindigen’ zorg je er zo voor dat lezers de ‘e’ en de ‘i’ apart van elkaar uitspreken. In (4) is dat verkeerd gegaan; het is onduidelijk hoe je ‘gecreeerd’ zou moeten uitspreken. In (4a) zorgt het trema op de tweede ‘e’, aan het begin van de nieuwe lettergreep, voor duidelijkheid:

Zolang er onvoldoende voorzieningen zijn gecreëerd voor degenen die van gebarentaal afhankelijk zijn, is het wettelijk vastleggen van gebarentaal als officiële taal van belang voor de emancipatie van de dovengemeenschap.

Let op: in woorden met drie of meer klinkers achter elkaar krijgen alleen de ‘e’ of de ‘i’ een trema. En bovendien: bij drie of meer klinkers naast elkaar komt er direct na de ‘i’ ook nooit een trema. Dus:
Wel: ‘geëerd’, ‘poëet’ en ‘weeïg’.
Niet: 'geuit' en 'aaien', 'buien', 'dieet', 'requiem' en 'gefalsifieerd'.

Ook bij woorden met twee klinkers achter elkaar kan het zo zijn dat je een trema nodig hebt om te voorkomen dat zulke letterduo’s ten onrechte als één klank worden uitgesproken. ‘Skiën’ zou bijvoorbeeld zonder trema rijmen op ‘tien’. Door het trema in het woord ‘skiën’ spreek je de ‘i’ en de ‘e’ apart van elkaar uit. Je zet het trema ook in deze gevallen op de eerste letter van de nieuwe lettergreep. Letterduo’s waar je wel eens een trema nodig hebt zijn: ‘aa’, ‘ai’, ‘au’, ‘ee’, ‘ei’, ‘eu’, ‘ie’, ‘oe’, ‘oi’, ‘oo’, ‘ou’, ‘ui’ en ‘uu’. Bijvoorbeeld: ‘naïviteit’, ‘geïnteresseerd’, ‘geüpload’, ‘cliënt’, ‘poëzie’, ‘coördinatie’, ‘vacuüm’. Let op: je zet het trema natuurlijk juist niet als zo’n letterduo wel degelijk één klank moet weergeven, zoals bij ‘arbitrair’ of ‘tabloid’. En ook niet bij de Latijnse en Franse uitgangen -‘ei’, -‘eus’, -‘eum’ en -‘ien’. Woorden als ‘extraneus’ en ‘audicien’ krijgen dus geen trema.

Het trema doet hetzelfde als een koppelteken bij combinaties van woorden die ieder ook zelfstandig kunnen bestaan (‘samenstellingen’). Bij 'gewone' woorden en bij combinaties van een woord met een achtervoegsel (‘afleidingen’) gebruik je dus een trema waar je bij samenstellingen een koppelteken zou zetten.

Gebruik een koppelteken om problemen te voorkomen bij samenstellingen

Voor een aantal indicatoren werden drempelwaardeoverschrijdende niveaus gemeten.

Met behulp van dataanalyse werd gemeten of er sprake was van een placeboeffect.

Lees verder

Bij samenstellingen (combinaties van woorden die ieder ook zelfstandig kunnen bestaan) ontstaat er soms onduidelijkheid over de opbouw van het samengestelde woord. Dat is vaak het geval als er letterduo’s naast elkaar komen te staan die bij verschillende lettergrepen horen maar toch als één klank zouden kunnen worden uitgesproken. Een bekend voorbeeld is van zo’n samenstelling is ‘zoeven’ (in de betekenis van ‘zojuist’ of ‘daarnet’), een extreem voorbeeld is ‘zeeeend’. Je moet dan een koppelteken gebruiken om ervoor te zorgen dat je lezers die letterduo’s zullen begrijpen als twee aparte klanken: ‘zo-even’ en ‘zee-eend’. Zo maak je de opbouw van het woord helder. In (5) en (6) is er ten onrechte geen koppelteken gebruikt. In (5) is de samenstelling ‘drempelwaardeoverschrijdend’ niet goed leesbaar, omdat de lezer het letterduo ‘eo’ zou kunnen lezen als in ‘theorie’. Daarom is het koppelteken nodig, als in (5a).

Voor een aantal indicatoren werden drempelwaarde-overschrijdende niveaus gemeten.

In (6) zijn de samenstellingen ‘dataanalyse’ en ‘placeboeffect’ niet goed leesbaar doordat de lezer de letterduo’s ‘aa’ en ‘oe’ zou kunnen lezen als één klank en daardoor de opbouw van het woord niet meer zou begrijpen. Correct is dus (6a).

Met behulp van data-analyse werd gemeten of er sprake was van een placebo-effect.

Bij samenstellingen met letterduo’s die als één klank zouden kunnen worden uitgesproken, gebruik je dus het koppelteken waar je bij ‘gewone’ woorden en afleidingen een trema zou zetten.

Overigens: soms heb je samenstellingen die om andere redenen niet goed leesbaar of duidelijk zijn, hoewel ze volgens de regels correct gespeld zijn. Bijvoorbeeld: ‘meervoudigepersoonlijkheidsstoornis’ of ‘carnavalshit’. In zo’n geval mag je voor de leesbaarheid een koppelteken plaatsen (‘meervoudigepersoonlijkheids-stoornis’ of ‘carnavals-hit’). Maar het is niet verplicht.

Overige onderwerpen in deze rubriek: Inleiding   Diverse kwesties   Hoofdlettergebruik   Samenstelling en afleiding