De alinea
De alinea zorgt ervoor dat de gedachtegang die in een tekst ontvouwd wordt, in overzichtelijke stukjes tekst wordt opgediend. In feite is de alinea dus een van de belangrijkste instrumenten die je hebt om de tekst te structureren. Met het oog op deze tekststructurerende functie moet de alinea:
- een thematische eenheid zijn;
- een topic-zin hebben die duidelijk het onderwerp van de alinea aangeeft;
- aan typografische conventies voldoen die aangeven dat de alinea een aparte eenheid in de tekst is.
De alinea als thematische eenheid
Zijn tekststructurerende functie heeft de alinea vooral door zijn karakter als ‘de belangrijkste bouwsteen van een tekst' (Renkema 2020: 62) of als ‘de thematische basiseenheid’ van een tekst (Overduin 1986:138). Doordat de alinea telkens één onderwerp behandelt, wordt al snel duidelijk welk stukje van de totale informatie van de tekst in de alinea aan de orde komt. Daarmee maakt de alinea dus de opbouw van een tekst zichtbaar. Als je de alinea goed gebruikt, is het voor de lezer bij iedere alinea-grens duidelijk dat er nu op één of andere manier een nieuwe stap in het verhaal gezet wordt.
Hoe zorg je ervoor dat elke alinea steeds één onderwerp behandelt? Dat doe je door de alinea te laten bestaan uit tekst die inhoudelijk bij elkaar hoort. Helaas is de notie ‘bij elkaar horen’ geen scherpomlijnd criterium. Er zijn wel een aantal vuistregels die je kunt hanteren bij het indelen in alinea’s:
- begin een nieuwe alinea als je een voorbeeld geeft bij een stelling;
- begin een nieuwe alinea als je je betoog onderbreekt voor een analogie;
- begin een nieuwe alinea als je een nieuw argument gaat presenteren.
Maar in de meeste gevallen moet je als schrijver bepalen wat in jouw tekst bij elkaar hoort en wat niet; wat voor deze gelegenheid een eenheid (één onderwerp) gaat vormen en dus in een eigen alinea komt, en wat niet. Je groepeert dus zelf de inhoud in stukken die ‘bij elkaar horen’. De zogeheten topic-zin is daarbij een belangrijk hulpmiddel.
De topic-zin van de alinea
De topic-zin is de eerste zin van de alinea, waarin het onderwerp van de alinea genoemd wordt. Dit onderwerp geeft, samen met de uitspraak die daarover in de topic-zin gedaan wordt, het domein aan waarbinnen de inhoud van de alinea zich beweegt. De topic-zin is dus als het ware het dak op de alinea, verschaft de alinea een thema, een onderwerp. Als de andere zinnen in de alinea allemaal te maken hebben met het onderwerp dat in de topic-zin aangesneden is, ontstaat vanzelf de gewenste thematische eenheid.
(1) Jargon heeft vooral betekenis voor de communicatie tussen mensen die dezelfde deskundigheid bezitten. Economen moet je hun ‘multiplier’ gunnen, want hun debat over de manier waarop de overheid de economie kan stimuleren, zou ernstig worden geschaad als telkens opnieuw de hele gedachtegang van Keynes (waar multipliers in voorkomen) moet worden uiteengezet. Juristen hanteren een technische omschrijving van het begrip ‘causaliteit’, die niet de hele tijd ter discussie moet staan.
Commentaar
De topic-zin in dit voorbeeld maakt direct aan het begin van de alinea duidelijk dat het onderwerp van de alinea ‘jargon’ is. De uitspraak die over dat onderwerp gedaan wordt, is dat jargon heel belangrijk is voor de communicatie tussen mensen die dezelfde deskundigheid hebben. De rest van de alinea werkt deze uitspraak uit, in dit geval met behulp van twee voorbeelden, uit de economische en uit de juridische wereld. Daarmee blijft de rest van de alinea binnen het domein dat door de topic-zin is gegeven. Merk op dat economen en juristen op zichzelf genomen helemaal niet bij elkaar horen, maar dat ze dat binnen het domein van de gekozen topic-zin, als voorbeelden, wel doen.
Twee soorten topic-zin
Er zijn twee soorten topic-zinnen: de stellende topic-zin en de aankondigende topic-zin.
De stellende topic-zin is een topic-zin die niet alleen het onderwerp van de alinea aangeeft, maar tegelijkertijd de informatieve kern van de alinea bevat. De stellende topic-zin is dus in dat geval hetzelfde als wat in veel school- en adviesboeken de ‘kernzin’ van de alinea wordt genoemd. Bij zo'n topic-zin krijgt de rest van de alinea dus het karakter van een verdere toelichting of uitwerking; het belangrijkste is immers al gezegd.
(2) Dit boek behelst de geschiedenis van een moord. Een moord, tevens massamoord, op nimmer gekende schaal, met voorbedachte rade en in koelen bloede gepleegd. De moordenaars waren Duitsers, de vermoorden Joden, in Nederland ongeveer honderdduizend, nog geen twee procent overigens van het totaal aantal slachtoffers, door deze Duitsers bij de Endlösung der Judenfrage gemaakt. De hier te lande woonachtige Joden werden in een proces van ontrechting en isolering van vrijwel alles beroofd, weggevoerd en in een wetenschappelijk-systematische, technisch welhaast onberispelijke stijl omgebracht. Stadsbewoners en plattelanders, orthodoxen en vrijzinnigen, gezonden en invaliden, ouden en jongen, gezinnen en enkelingen, Nederlanders en vreemdelingen: mannen, vrouwen en kinderen. Zonder overhaasting, weldoordacht, geregistreerd en gereglementeerd. De moordenaars waren niet zelden bruten en ongeletterden, maar dikwijls ook gestudeerden en intellectuelen met een onuitroeibare voorliefde voor literatuur, beeldende kunsten en muziek; velen hunner waren zorgzame huisvaders, geenszins verstoken van Gemüt, vrijwel allen vierden kerstfeest en hervatten daarna hun arbeid: de moord op ontelbare mannen, vrouwen en kinderen, weerloze mensen, medemensen. (J. Presser, 1985, Ondergang)
Commentaar
De topic-zin noemt niet alleen het onderwerp van de alinea, maar geeft ook meteen al de belangrijkste informatie: ‘dit boek’ behandelt ‘de geschiedenis van een moord’. De rest van de alinea doet niets meer dan de aard van deze moord, en degenen die bij die moord betrokken waren, nader te expliciteren.
De aankondigende topic-zin doet niet veel meer dan het noemen van het onderwerp, dus het aankondigen van de thematiek van de alinea. De informatieve kern van de alinea (wat dus ook wel de ‘kernzin’ genoemd wordt) staat ergens anders in de alinea. Voor je lezer is het het duidelijkst als de informatieve kern aan het eind van de alinea gepresenteerd wordt, of direct na de aankondigende topic-zin, dus in de tweede zin van de alinea. De aankondigende topic-zin zelf heeft niet zelden de vorm van een vraagzin: als de topic-zin een vraag stelt (over een onderwerp) is het logisch dat er in het vervolg van de alinea nog een antwoord komt (de informatieve kern).
(3) Solidariteit is een onderwerp waarover veel valt te zeggen. In pensioenregelingen zijn vele vormen van solidariteit ingebakken. De maatschappelijke discussie hierover gaat vooral over solidariteit tussen jong en oud en over de rechtvaardigheid van de doorsneepremie. Bij verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen is het hanteren van een doorsneepremie een wettelijk voorschrift. De houdbaarheid daarvan staat onder druk en systeemaanpassingen zullen wellicht noodzakelijk zijn. Bij de vraag hoe er in de toekomst omgegaan moet worden met de doorsneepremie moeten ook de andere aspecten van solidariteit worden betrokken. De vraag moet gesteld worden tot hoever solidariteit moet gaan. Veel bedrijfstakpensioenfondsen kennen nu al een aftopping van solidariteit omdat het verplichte karakter is begrensd tot een bepaald salarisniveau. Sociale partners, werkgever en vakbonden moeten dus nadenken over draagvlak.
Commentaar
Hier zie je hoe de topic-zin aangeeft dat solidariteit een onderwerp is waar veel over valt te zeggen, maar verder staat er niets inhoudelijks; wat erover valt te zeggen komt pas in de uitwerking van de alinea aan de orde. In feite kondigt de topic-zin dus alleen aan dat er iets gezegd gaat worden. In de uitwerking gebeurt dat inderdaad: er worden een aantal discussies besproken rond bepaalde vormen van solidariteit. In de laatste zin wordt op basis daarvan geconcludeerd dat de verschillende partijen moeten gaan nadenken over draagvlak. Dit lijkt de informatieve kern van de alinea te zijn.
Een speciaal geval van de aankondigende topic-zin is de functie-aanduidende topic-zin. Dit type topic-zin kondigt weliswaar het onderwerp van de alinea aan, maar geeft in de bijbehorende uitspraak vooral informatie over de functie van de alinea in het grotere geheel van de tekst. Voorbeelden:
(4) We staan nu eerst stil bij de voorwaarden voor goed balansrisicomanagement.
(5) Kort samengevat komt nu het volgende beeld naar voren.
Zowel de stellende als de aankondigende topic-zin zijn ook nog uitstekend geschikt om het verband met het voorafgaande stuk tekst aan te geven, en zo voor de lezers de relatie tussen twee alinea's expliciet te maken. Daarmee levert de topic-zin een bijdrage aan het inzichtelijk maken van de opbouw van het verhaal. In verband met deze functie van verbandaanduiding bevatten topic-zinnen dan ook dikwijls structuuraanduiders: ‘in de derde plaats’, ‘bovendien’, ‘toch’, ‘daarnaast’, enzovoort.
(6) Beeldschermlezers hebben ook meer moeite met het overzien van alinea's. Daarom mag een alinea uit niet meer dan drie regels bestaan en moeten alinea's gescheiden worden door een volledige witregel. Het scheiden van alinea's door middel van inspringen is op een beeldscherm niet wenselijk: de scheiding tussen alinea's is niet duidelijk genoeg en maakt het scherm ‘rommelig’.
Commentaar
Het woordje ‘ook’ maakt in de topic-zin meteen al duidelijk dat de alinea blijkbaar volgt op een alinea die een andere moeilijkheid voor beeldschermlezers behandelt. Met andere woorden, er bestaat een soort opsommingsrelatie tussen deze alinea en de voorafgaande.
Typografische conventies
Een alinea is typografisch gezien een stuk tekst dat begint met een nieuwe regel, en eindigt bij de volgende nieuwe regel. Om dat nieuwe begin (en dus het begin van een nieuw onderwerp) extra te markeren wordt bij de eerste nieuwe regel ‘ingesprongen’. In wetenschappelijke teksten is het niet de conventie om tussen elke alinea een regel wit te laten. Inspringen is voldoende.
Meer weten?
Aanvullende informatie, meer voorbeelden en een bespreking van veelgemaakte fouten bij de opbouw van alinea’s kun je vinden in de rubriek De alinea van de website NLS Online.
Met de zelfstudiemodule ‘De alinea’ kun je daarnaast oefenen met het bouwen van adequate alinea’s.
Renkema, J. (2020). Schrijfwijzer. Zesde editie, Amsterdam: Boom uitgevers Amsterdam.
Overduin, B. (1986). Rapporteren. Het Spectrum.
