Informele woordkeus
In verband met het karakter van wetenschappelijke teksten is het de bedoeling dat je een formeel register gebruikt (zie Register: inleiding). Dat betekent dat je in je woordkeus en in je zinsbouw geen spreektaal moet gebruiken, en geen informele of populaire woorden, uitdrukkingen en constructies moet toelaten. Om dit te bereiken kun je kiezen voor schrijftalige vormen van hetzelfde woord, voor formelere synoniemen van een woord, voor het weglaten van versterkende woorden en voor formelere versies van spreektalige uitdrukkingen.
Te informele, spreektalige woordkeus en zinsbouw
(1) Dit komt mede door het feit dat zij van deze technologische mediagroei gewoonweg niks hebben meegekregen in hun jeugd.
(2) Ook dient intrinsieke motivatie geen doel, maar komt het voort enkel uit plezier en tevredenheid.
(3) Bij de onderzoeksvraag die in dit geval behandeld wordt, draait het onder andere om audiovisuele media zoals televisie en radio. Daarnaast draait het in dit onderzoeksverslag ook om moderne digitale media oftewel nieuwe media.
(4) Zoals onderzoek van Charness en Holley (2004) al liet zien, zijn ouderen inderdaad minder actief qua internetgebruik dan jongeren.
Aan het begin van voorbeeld (1) gebruikt de schrijver nog een formeel register: hij gebruikt het wat deftige ‘mede’ in plaats van het alledaagse ‘ook’. Des te groter is de stijlbreuk met het spreektalige ‘gewoonweg niks’. ‘niks’ is de spreektalige vorm van ‘niets’, net zoals ‘nou’ de spreektalige vorm van ‘nu’ is. Beide spreektalige vormen horen in een wetenschappelijke tekst niet thuis. Ook ‘gewoonweg’ is een typisch spreektaalwoord. Bovendien heeft het een versterkend effect, net als ‘mega’ en ‘super’. Zoiets is niet zakelijk; je kunt dit soort versterkende woorden dus beter weglaten. Vergelijk (1) met het herschreven (1a):
(1a) Dit komt mede door het feit dat zij van deze technologische mediagroei niets hebben meegekregen in hun jeugd.
Ook ‘enkel’ in voorbeeld (2) is een spreektalig woord. Het schrijftalige alternatief ‘alleen’ past veel beter bij het register van wetenschappelijke teksten, net zoals ‘veel’ beter past dan ‘een hoop’:
(2a) Ook dient intrinsieke motivatie geen doel, maar komt het voort alleen uit plezier en tevredenheid.
In de voorbeelden (3) en (4) hebben de schrijvers gekozen voor spreektalige, informele uitdrukkingen. Iets ‘laten draaien om’ en vooral ‘qua’ is eigenlijk een informele manier van uitdrukken die alleen in gesproken taal voorkomt (of in genres die zich veel van spreektaal bedienen, zoals reclame). In feite is ‘qua internet’ een soort afkorting. In een wetenschappelijke tekst moeten dit soort uitdrukkingen vervangen worden door schrijftalige alternatieven als in (3a) en (3b):
(3a) Bij de onderzoeksvraag die in dit geval behandeld wordt, staan onder andere audiovisuele media zoals televisie en radio centraal. Daarnaast krijgen in dit onderzoeksverslag ook moderne digitale media oftewel nieuwe media een belangrijke plaats.
(4a) Zoals onderzoek van Charness en Holley (2004) al liet zien, zijn ouderen inderdaad minder actief waar het gaat om internetgebruik dan jongeren.
Enige voorbeelden van informele woorden en uitdrukkingen en hun formele(re) alternatieven
het is nogal logisch | het is vanzelfsprekend |
het sloeg nergens op | het was niet goed |
het is zaak om | het is nodig |
al met al | alles overziend |
daar bovenop komt nog | daarnaast |
een beetje | enigszins |
wat voorbeelden | enige voorbeelden |
zit hoog op de schaal | bevindt zich hoog op de schaal |
slaan op | betrekking hebben op |
de onderzoeksvraag gaat over | de onderzoeksvraag betreft |
X zorgt voor Y | X leidt tot Y |
vragen maken (in een test of vragenlijst) | vragen beantwoorden |
de instructie levert voordelen op / is voordelig voor leerlingen | de instructie is effectiever voor leerlingen |
een stuk beter | veel beter, aanzienlijk beter |
een hoop gevallen | veel gevallen |