NLS Online
NLS Online

Voorzetsels

De betekenis van een zin wordt het meest direct overgedragen door de woorden. De verkeerde keuze voor een woord kan dan al gauw tot tijdelijke verwarring leiden of zelfs tot verkeerd begrip (zie Woorden: inleiding). Dit geldt ook voor voorzetsels.

Voorzetsels geven vaak een locatie, richting of tijd aan, zoals in ‘De boeken liggen in de kast’, ‘Ik ga naar huis’ en ‘Na de vergadering gaan we koffie drinken’, maar dit is lang niet altijd het geval. Dit zie je in zinnen als ‘Ze doen onderzoek naar virussen’ en ‘Alcohol heeft een effect op het waarnemingsvermogen’. Het lijkt misschien zo dat de voorzetsels in deze zinnen weinig betekenis hebben en het dus niet veel uitmaakt welk voorzetsel je gebruikt, maar toch kan een verkeerde keuze verwarrend zijn. Verwarring kan ook ontstaan als je een woord als voorzetsel gebruikt dat eigenlijk geen voorzetsel is.

Verkeerd voorzetsel bij een werkwoord of naamwoord

(1) Homo’s waren een van de sociale groepen die voor hun recht voor geluk en openheid heel hard moesten vechten.

(2) Zij is van mening dat de regering extra aandacht voor lage inkomens moet geven.

(3) Wat heeft dit voor gevolgen op de behoeften van gebruikers en sociale media?

(4) Die mensen hebben dan toch ook recht om een normaal of zelfs luxe leven?

(5) Het onderzoek was gedaan bij Borelli & West (2012).

Voor veel zelfstandig naamwoorden en werkwoorden geldt dat ze een vast voorzetsel bij zich hebben. Als je een ander voorzetsel gebruikt, is dat fout. In voorbeeld (1) is ‘voor’ niet het juiste voorzetsel. Bij het zelfstandig naamwoord ‘recht’ moet namelijk het voorzetsel ‘op’ gebruikt worden: ‘recht op geluk en openheid’. Welk voorzetsel bij een zelfstandig naamwoord of werkwoord hoort, kun je opzoeken in het woordenboek. Vaak staat het vaste voorzetsel niet apart aangegeven, maar kun je het wel vinden in de voorbeeldzinnen.

Soms moet je niet alleen op het zelfstandig naamwoord letten, maar ook op het werkwoord dat erbij staat. In voorbeeld (2) is ‘voor’ niet het juiste voorzetsel. Het zelfstandig naamwoord ‘aandacht’ wordt wel vaak met ‘voor’ gebruikt, zoals in ‘aandacht hebben voor de problematiek’, maar in deze zin gaat het om ‘aandacht geven’ en dan is ‘aan’ het juiste voorzetsel. Let ook op de volgende woorden:

voorkeur: ‘een voorkeur hebben voor’ en ‘de voorkeur geven aan
verschil: ‘een verschil tussen X en Y’, ‘een verschil met X’, en ‘X verschilt van Y’.

Voorbeeld (3) laat zien dat de keuze voor het voorzetsel vaak afhangt van het precieze zelfstandig naamwoord of werkwoord, niet van de betekenis. ‘gevolgen’ betekent hier ongeveer hetzelfde als ‘effect’, maar bij ‘effect’ hoort het voorzetsel ‘op’, terwijl bij ‘gevolgen’ het voorzetsel ‘voor’ hoort. Dezelfde verwarring kan ook optreden bij werkwoorden, zoals ‘verwijzen naar’ en ‘refereren aan’.

In voorbeeld (4) is ‘om’ als voorzetsel gebruikt in plaats van het correcte ‘op’, dat bij ‘recht’ hoort. ‘om’ kan wel gebruikt worden bij ‘recht’ maar dan niet als voorzetsel; dan leidt ‘om’ een beknopte bijzin in: ‘… recht om een normaal of zelfs luxe leven te leiden’.

Een bijzonder geval is het voorzetsel dat aangeeft wie de handeling uitvoert in een passiefconstructie, zoals ‘was gedaan’ in voorbeeld (5). Daar is het voorzetsel ‘bij’ niet correct om aan te geven dat Borelli en West het onderzoek hebben uitgevoerd. Het juiste voorzetsel is ‘door’.

Gebruik van ‘van’ en ‘over’ waar een specifieker voorzetsel nodig is

(6) Dit doordat er een dieper inzicht ontstaat van de motivaties en karakteristieken van beide groepen, waar beleid op kan anticiperen.

(7) Het gebrek van deze interactie leidt dan ook onder andere tot gedragsproblemen, psychologische problemen en academische problemen (Putallaz, 1983).

(8) Zij waarschuwen over de consequenties van roken.

(9) De lidstaten moeten beter gaan presteren bij het nakomen van de verplichting over het onderdak bieden aan vluchtelingen.

Als er een verkeerd voorzetsel wordt gebruikt, wordt vaak gekozen voor ‘van’ of ‘over’ in plaats van een specifieker voorzetsel. De juiste combinaties in voorbeeld (6) t/m (8) zijn ‘inzicht in’, ‘gebrek aan’ en ‘waarschuwen voor’. Het woord ‘verplichtingen’ uit voorbeeld (9) wordt niet vaak nader bepaald met een voorzetsel, maar eerder met een beknopte bijzin (‘verplichtingen om onderdak te bieden aan vluchtelingen’). Om toch een voorzetsel te gebruiken kan ‘tot’ gebruikt worden. Als je niet zeker weet welk voorzetsel je moet gebruiken, gebruik dan niet zomaar ‘van’ of ‘over’, maar zoek in een woordenboek op wat het juiste voorzetsel is.

Niet-bestaand voorzetsel

(10) Voorafgaand het interview wordt informed consent verkregen voor het gebruik van de opnamerecorder en deelname aan het onderzoek.

(11) We beginnen door te kijken naar de onderzoeken die al gedaan zijn betreffend dit onderwerp in een theoretisch kader.

In sommige gevallen ontstaat een fout doordat een ander woord als voorzetsel lijkt te worden gebruikt. In voorbeeld (10) bijvoorbeeld, lijkt ‘voorafgaand’ als voorzetsel te zijn gebruikt, doordat hier het echte voorzetsel ‘aan’ ontbreekt: ‘Voorafgaand aan het interview’. In voorbeeld (11) lijkt ‘betreffend’ als voorzetsel te zijn gebruikt; het juiste voorbeeld is ‘betreffende’ (met een -e aan het eind), maar dat is erg formeel. Andere opties zijn ‘wat betreft’ of ‘voor wat betreft’; alleen ‘betreft’ is hier overigens niet correct.