Samenstellingen en afleidingen
In academische teksten is de norm dat het taalgebruik goed verzorgd is (zie: Spelling: Inleiding). Dat betekent onder meer dat spelfouten horen te ontbreken. De spelling van complexe woorden, dus samenstellingen en afleidingen, verdient daarom extra aandacht. Wanneer moet je die aan elkaar schrijven, wanneer niet en wanneer gebruik je een koppelteken?
Samenstellingen en afleidingen: aaneenschrijven of niet?
(1) Sub effecten hiervan zijn bijvoorbeeld toenemende hartslag, lichaamsbeweging en bloeddruk, ademhalings veranderingen en hartritmestoornissen.
In het Nederlands kun je lange en complexe woorden bij elkaar combineren, zoals ‘hogesnelheidstreinkaartjesautomaat’ of ‘langeafstandloper’. Als je combinaties maakt van delen die ook zelfstandig voor kunnen komen, maak je ‘samenstellingen’ (bijvoorbeeld: ‘huis’ + ‘sleutel’). Als je combinaties maakt met delen erbij die niet zelfstandig voor kunnen komen, maak je ‘afleidingen’ (bijvoorbeeld: ‘lelie’+ ‘tje’). De algemene regel voor de spelling van samenstellingen en afleidingen is dat je ze aan elkaar schrijft, hoe lang het woord ook wordt. Zo druk je uit dat alle delen samen één woord zijn, en dat het je bijvoorbeeld echt gaat om een ’langeafstandloper’ en niet om een ‘afstandloper’ die toevallig lang is (dat is een ‘lange afstandloper’).
In voorbeeld (1) is deze algemene regel niet goed toegepast bij de spelling van de afleiding ‘sub effecten’ en de samenstelling ‘ademhalings veranderingen’, omdat er tussen de delen van het complexe woord ten onrechte een spatie staat. Correct is (1a):
(1a) Subeffecten hiervan zijn bijvoorbeeld toenemende hartslag, lichaamsbeweging en bloeddruk, ademhalingsveranderingen en hartritmestoornissen.
De rol van het koppelteken
(2) Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de 21e eeuwse vaardigheid computational thinking.
(3) Voor aanvang van het eerste gesprek worden bij de experimentele- en controlegroep de mate van ToM, sociometrische status en mondelinge communicatieve competentie gemeten.
Naast de algemene regels zijn er veel specifieke regels voor de spelling van samenstellingen. Daarbij speelt het koppelteken dikwijls een rol. Een voorbeeld is de regel dat het koppelteken gebruikt wordt bij combinaties met een getal. In voorbeeld (2) is die regel niet goed opgevolgd. Correct is (2a):
(2a) Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de 21e-eeuwse vaardigheid computational thinking.
Het koppelteken wordt ook gebruikt als samenstellingen of afleidingen onderdeel zijn van een samentrekking. Als je ‘voordelen en nadelen’ wilt samentrekken, geef je met het koppelteken aan dat je onderdelen weglaat van een complex woord: je schrijft ‘voor- en nadelen’. In voorbeeld (3) gaat dat fout. Het koppelteken achter ‘experimentele’ suggereert dat ‘experimentele groep’ één woord zou zijn (‘experimentelegroep’), maar dat is niet zo. Correct is dus (3a):
(3a) Voor aanvang van het eerste gesprek worden bij de experimentele en de controlegroep de mate van ToM, sociometrische status en mondelinge communicatieve competentie gemeten.
‘controlegroep’ is uiteraard wel een samenstelling, dus als de schrijver voor een andere volgorde had gekozen zou het koppelteken wel terecht zijn geweest, zoals (3b) laat zien:
(3b) Voor aanvang van het eerste gesprek worden bij de controle- en experimentele groep de mate van ToM, sociometrische status en mondelinge communicatieve competentie gemeten.
Naast de algemene regel zijn er heel veel specifieke regels en regeltjes over het aaneenschrijven van samenstellingen en afleidingen. Als je twijfelt over de juiste spelling van een complex woord is het een goed idee om even het woordenboek te raadplegen. Aan het Taalloket van het Genootschap Onze Taal vind je verder heldere uitleg over de belangrijkste spellingregels.