Formulering van de topic-zin
De topic-zin van de alinea moet duidelijk maken over welk onderwerp de alinea zal gaan, en wat er over dat onderwerp uitgewerkt gaat worden. De topic-zin geeft daarmee het domein aan waarbinnen de alinea zich zal bewegen en maakt dus duidelijk wat de bijdrage van de alinea is aan de opbouw van de tekst als geheel (zie Alinea: inleiding). Als een topic-zin niet goed geformuleerd is, kan dat allereerst komen doordat de topic-zin niet duidelijk genoeg het domein van de alinea aangeeft en daardoor te weinig voorspelt wat er gaat komen in de alinea. Ook kan het zijn dat de topic zin de schrijver geen ruimte geeft om dit onderwerp in de rest van de alinea uit te werken. Ten slotte kan het zijn dat de topic-zin het verband met de voorafgaande tekst niet voldoende duidelijk maakt.
Onduidelijkheid over domein van de alinea
(1) Artikel 1: Johnson & Kaye, 1998.
(2) Hoewel het aantal gebaarders toeneemt, wordt het gebruik van gebarentaal bij dove kinderen ter discussie gesteld, mede door de opkomst van het cochleair implantaat (CI), een elektronisch implantaat dat geluiden omzet in elektrische impulsen, waardoor het gehoor van doven en slechthorenden enigszins verbetert (Schermer, 2004).
Een topic-zin is een zin die een onderwerp noemt en daarover een uitspraak doet. Onderwerp en uitspraak samen geven het domein van de alinea aan en geven een idee waar de uitwerking over zal gaan. Als de topic-zin echter te kort is, dan is de uitspraak die over het onderwerp gedaan wordt onvolledig of niet duidelijk genoeg. In (1) is dat goed te zien: de uitspraak ontbreekt helemaal, er wordt alleen een thema genoemd. Met een dergelijke topic-zin heeft de lezer geen idee welk aspect van ‘Johnson & Kay, 1998’ behandeld gaat worden, alleen maar dat de uitwerking op een of andere manier met dit artikel te maken heeft. Dit probleem los je op door een uitspraak toe te voegen die wel een richting aangeeft, zoals in (1a):
(1a) Het artikel van Johnson & Kaye, 1998 is redelijk verouderd, maar bevat een aantal bevindingen die van toepassing zijn op dit onderzoek.
Als een topic-zin te lang is, ontstaat er gemakkelijk een tegenovergesteld probleem: er staat zoveel informatie in de zin dat het niet te voorspellen is wat de rest van de alinea zal gaan oppakken. Voorbeeldzin (2) is een illustratie van dit probleem. Zal deze alinea gaan over problemen bij het gebruik van gebarentaal bij dove kinderen, of zal er iets uitgewerkt gaan worden over het fenomeen cochleair implantaat? Lezers zullen dat niet kunnen voorspellen. Het is beter om een eenduidige, en dus minder lange, topic-zin te formuleren. Een van de mogelijkheden is, om in de topic-zin alleen de discussie aan te kondigen. De informatie over de opkomst van het cochleair implantaat wordt dan, als één van de mogelijke oorzaken van de discussie, onderdeel van de uitwerking in de alinea:
(2a) Hoewel het aantal gebaarders toeneemt, wordt het gebruik van gebarentaal bij dove kinderen ter discussie gesteld. Dit komt ondermeer door de opkomst van het cochleair implantaat (CI), een elektronisch implantaat dat geluiden omzet in elektrische impulsen, waardoor het gehoor van doven en slechthorenden enigszins verbetert (Schermer, 2004). Maar ook…[tweede oorzaak]
Te weinig ruimte voor uitwerking
(3) De mate van deze relaties met groepsgenoten bepaalt de sociometrische status van een kind. Sociometrische status is een reflectie van een groepsperceptie van een individueel kind, dus wat is de positie van het kind in de groep volgens de groepsgenoten? (Gifford-Smith & Brownell, 2013). De sociometrische status bepaalt de sociometrische positie van het kind binnen de groep. Er zijn verschillende sociometrische posities binnen groepen, namelijk: populaire kinderen (worden leuk gevonden door groepsgenoten), verworpen kinderen (worden niet leuk gevonden), genegeerde kinderen (worden niet opgemerkt), controversiële kinderen (worden leuk en niet leuk gevonden) en gemiddelde kinderen (gemiddeld qua zichtbaarheid en leuk gevonden worden) (Gifford-Smith & Brownell, 2003). Kinderen met dezelfde sociometrische positie vormen samen een sociometrische groep.
Soms kan een topic-zin niet goed functioneren doordat de rest van de alinea eigenlijk niet uitwerkt wat de topic-zin voorspelt. Meestal is de formulering van de topic-zin dan niet algemeen genoeg om ruimte te geven voor een nadere uitwerking die past binnen het domein dat de topic-zin aangeeft. Zoiets is het geval in (3). De topic-zin suggereert dat de uitwerking van de alinea zich zal concentreren op ‘de sociometrische status’, maar de schrijver heeft daar kennelijk toch niet veel over te vertellen; hij/zij schakelt al snel over op een bespreking van het fenomeen ‘sociometrische positie’. Maar dat valt buiten het domein dat de topic-zin aangeeft. De meest eenvoudige oplossing van dit probleem is, om dit nieuwe fenomeen ook in de topic-zin op te nemen en zo het domein te verbreden, bijvoorbeeld als in (3a):
(3a) De mate van deze relaties met groepsgenoten bepaalt de sociometrische status, en daarmee de sociometrische positie, van een kind.
Te weinig verband met voorafgaande alinea
(4) Het begrip van jonge kinderen is niet beperkt door intuïties, maar heeft een tekort aan theoretische samenhang (Panagiotaki et al, 2006).
(4a) Een andere visie is echter dat het begrip van jonge kinderen niet beperkt is door intuïties, maar dat het een tekort heeft aan theoretische samenhang (Panagiotaki et al, 2006).
De topic-zin, als eerste zin van de alinea, is de meest geschikte plek om het verband met de voorafgaande alinea duidelijk te maken en zo de ontwikkeling van de informatie (de opbouw) in de tekst expliciet te maken. Zin (4a) geeft het verband met de voorafgaande alinea veel beter aan dan zin (4), door expliciet te maken dat de uitspraak over ‘het begrip van jonge kinderen’ onderdeel is van een ‘visie’ die afwijkt van een visie die eerder is besproken.
Als de aansluiting met een voorafgaande alinea niet goed is, komt dat vaak door de afwezigheid van structuurwoorden (‘echter’, ‘in de derde plaats’, ‘bovendien’, ‘toch’, ‘daarnaast’, enzovoort). De aansluiting kan ook te wensen overlaten als er in de topic-zin niet nauwkeurig genoeg wordt terugverwezen naar iets wat in de voorafgaande alinea besproken is. Stel dat je de volgende topic-zin formuleert:
(5) Dit roept een aantal vragen op.
Dan is de aansluiting met de voorafgaande alinea alleen goed als de verwijzing precies thuis te brengen is (en er dus in die voorafgaande alinea niet allerlei verschillende informatie staat waar ‘dit’ in principe naar zou kunnen verwijzen.)