Het publiek boeien
Het is de kunst om je publiek geboeid te houden bij je verhaal. Er zijn een aantal aspecten waar je daarbij op kunt letten. Belangrijk is je taalgebruik: om je publiek geïnteresseerd en alert te houden moet je ook echt spreektaal gebruiken; je moet je zinnen dus anders formuleren dan wanneer je schrijft. Daarnaast helpt het als je met je formuleringen enthousiast en zelfbewust overkomt. Maar ook door je stemgebruik en je lichaamstaal kun je de aantrekkelijkheid van je presentatie verhogen.
Spreek geen schrijftaal
Zeker als je een presentatie helemaal uitschrijft en letterlijk voorleest – wat je misschien al snel zult doen als je een presentatie in het Engels gaat houden – loop je een groot risico om je publiek te vermoeien en misschien zelfs te vervelen met schrijftaal. In de academische context kenmerkt schrijftaal zich namelijk door complexe constructies, waardoor je publiek meer moeite zal hebben om je te volgen. Bovendien is de academische schrijftaal abstract en onpersoonlijk – en dat maakt je verhaal voor je toehoorders saai en ‘ambtelijk’.
Het is voor de aantrekkelijkheid van je presentatie belangrijk dat je kiest voor spreektaal en voor een ‘conversationele’ stijl. Dat betekent:
- Je maakt je zinnen niet te ingewikkeld. Je stopt ze niet vol met extra bijzinnen, maar houdt ze kort. Je zinnen hoeven ook niet super keurig geconstrueerd te zijn: je mag best eens een zin niet afmaken, of korte fragmentjes gebruiken (bijvoorbeeld ‘En ten slotte nog dit’). Dat geeft een prettige afwisseling in ritme.
- Je maakt actieve zinnen: je zegt niet ‘de oorzaak van dit verschijnsel wordt gezocht in…’ maar ‘ik zoek de oorzaak van dit verschijnsel in…’
- Je gebruikt simpele en concrete woorden. Zeg niet ‘een hoog level van formele educatie’, maar ‘hoog opgeleid’.
- Je herhaalt woorden in plaats van dat je met ‘ze’ of ‘die’ naar woorden verwijst. Toehoorders kunnen niet makkelijk terugzoeken over wie of waarover je het ook al weer hebt.
- Je spreekt je publiek persoonlijk aan (‘jullie denken misschien dat ...’), en gebruikt dus ‘ik’ en ‘jij’ of ‘u’ (conversationele stijl). Maak jezelf waar dat kan onderdeel van de groep (‘wij kunnen nu rustig concluderen dat…’). Met zo’n persoonlijke toon krijgen je toehoorders het gevoel betrokken te zijn bij jou en je verhaal.
Formuleer enthousiast en zelfbewust
Hoe meer je uitstraalt dat je zelf ervan overtuigd bent dat je iets interessants te vertellen hebt, hoe meer je je publiek zult boeien. Het is in academische presentaties uiteraard niet de bedoeling dat je allerlei persuasieve en reclame-achtige technieken gebruikt, maar je kunt wel laten merken dat je zelf enthousiast bent over de inhoud van je verhaal. Dat kun je doen door formuleringen te gebruiken die zekerheid en zelfvertrouwen uitstralen. Zeg dus niet ‘ik zal proberen iets te vertellen over X’, maar ‘ik zal u duidelijk maken dat X’.
Daarnaast kun je proberen om zoveel mogelijk aandacht te genereren voor je belangrijke vondsten of stellingen, door een bescheiden gebruik te maken van retorische technieken als de antithese en de drieledige opsomming. Bijvoorbeeld: je zegt niet ‘Het is Z’, maar: ‘jullie vragen je af is X het geval? Ik zal jullie zeggen: het is niet X, niet Y, maar Z’). Voor dit soort technieken geldt overigens dat ze pas echt werken als je ze combineert met een sprekende intonatie, ritmische beklemtoning van belangrijke punten, of volumewisseling in je stem. Met andere woorden, vorm en inhoud moeten samen een eenheid vormen.
Leg expressie in je stem
De inhoud van wat je vertelt kun je ondersteunen met de expressie in je stem. Je presentatie wordt aantrekkelijker als je varieert in toonhoogte, volume en tempo. Onderzoek wijst uit dat mensen het liefst luisteren naar sprekers die rustig en helder spreken, variëren in melodie, en afwisselen tussen snel en langzaam, hard en zacht. Monotone stemmen maken het moeilijk om geboeid te blijven. Je kunt ook prima af en toe een stilte laten vallen, of even pauzeren tussen twee zinnen. Ook dat doorbreekt mogelijke monotonie, en maakt de toehoorders nieuwsgierig naar het vervolg. Vooral als je je tekst voorleest, is het van belang om maximaal gebruik te maken van je stemexpressie; veel andere mogelijkheden om je presentatie aantrekkelijk te maken vallen dan immers grotendeels weg.
Spreek met je houding en gebaren
Ook je non-verbale presentatie is van invloed op de aantrekkelijkheid van je verhaal. Je communiceert ook door de manier waarop je praat, staat, kijkt of beweegt. Veel daarvan gebeurt onbewust, en kun je heel moeilijk afleren als je dat zou willen. Besteed aan dat laatste dan ook geen negatieve energie; het is minstens zo belangrijk om authentiek te zijn. Wel kun je de volgende adviezen proberen toe te passen, om zo ook met je lichaamshouding en gebaren bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van je presentatie:
- Probeer een open houding aan te nemen. Dat doe je al door je publiek ontspannen en vriendelijk aan te kijken, maar ook door je armen ontspannen en losjes te houden en ze bijvoorbeeld niet over elkaar te slaan. Dat laatste maakt al gauw een wat bozige indruk.
- Zorg dat je rechtop staat, met beide voeten stevig op de grond. Dat geeft je balans en zekerheid. Het geeft je ook de stabiliteit om je verhaal te illustreren en te ondersteunen met gebaren.
- Probeer zo natuurlijk mogelijk te bewegen en probeer je houding te variëren. Loop waar dat gepast is wat heen en weer. Een bewegend beeld is interessanter voor je publiek dan een statisch beeld. Als je gebruik maakt van hulpmiddelen, zul je vanzelf al regelmatig bewegen.
- Maak af en toe een gebaar om je verhaal te ondersteunen. En probeer erop te letten dat je allerlei disfunctionele gebaren en bewegingen (friemelen of andere bewegingen die de aandacht afleiden) niet maakt, hoe moeilijk dat ook is. Het is een goed idee om jezelf op video te bekijken om erachter komen wat jouw typische tics zijn, zo je die al hebt. Soms zijn oplossingen heel simpel. Heb je bijvoorbeeld de neiging om met je pen te spelen, dan zorg je dat er tijdens je presentatie geen pen in de buurt is.
- Probeer expressief te zijn met je gezicht.
