Presenteren
Presenteren is anders dan schrijven. De essentie van het verschil zit hem in de aanwezigheid van toehoorders. Terwijl je een tekst tot in de perfectie kunt bijslijpen buiten het oog van je lezers, en je er niet bij bent als je lezers de tekst tot zich nemen, bestaat een presentatie pas als je hem uitspreekt voor een publiek – of je dat nu live doet of (door omstandigheden) via een video-opname.
Hierdoor valt de activiteit ‘presenteren’ uiteen in twee duidelijk onderscheiden activiteiten: de voorbereiding en de feitelijke uitvoering van de presentatie. Met name de uitvoering is een uitdaging, omdat je in realtime moet zien om te gaan met een aantal dingen tegelijk: (1) met de situatie van je toehoorders, die moeten kunnen volgen wat je vertelt zonder dat ze even kunnen terugbladeren; (2) met het feit dat je publiek in woord en gebaar kan reageren op wat je zegt en dat je daarmee iets zult moeten, en (3) met de stress die dat alles onvermijdelijk oplevert.
Gelukkig kan een goede voorbereiding de stress belangrijk verminderen. Je kunt werken met een uitgebreid stappenplan waarmee je alles wat je maar van te voren kunt regelen of controleren (denk aan de juiste hulpmiddelen of de voorkennis van je publiek) inderdaad organiseert of vaststelt. Daar hoort ook bij dat je je tekst alvast voorbereidt, in de vorm van een spreekschema.
Je spreekschema volgt uiteraard de structuur die je voor je verhaal hebt uitgedacht (zie Een presentatie structureren). Belangrijk is, dat je in die structuur ook de situatie van je toehoorders verwerkt: je moet zorgen voor samenvattingen en herhalingen, zodat ze de draad weer kunnen oppikken als ze die kwijt zouden zijn. En je moet onderdeeltjes inbouwen die de aandacht van je toehoorders helpen vasthouden en bij hen de bereidheid verhogen om naar jou te luisteren.
In de feitelijke uitvoering gaat het er vooral om, dat je contact maakt met je toehoorders (zie Contact maken met het publiek) en ervoor zorgt dat ze geboeid en betrokken blijven (zie Het publiek boeien). Er wordt dus eigenlijk een performance van je gevraagd. Bovendien moet je op een goede manier omgaan met de reacties en vragen van je publiek (zie Omgaan met vragen uit het publiek). Je vindt hiervoor allerlei tips en adviezen in de rubriek Een presentatie uitvoeren. Als je zoveel last krijgt van stress dat je helemaal geblokkeerd raakt door wat er allemaal mis zou kunnen gaan, kun je steun hebben aan de adviezen op de pagina Omgaan met spreekangst.
Je kunt je verhaal ondersteunen en je publiek betrokken houden door een effectief gebruik van de beschikbare hulpmiddelen. Je kunt daarbij heel veel hebben aan presentatiesoftware als Google slides, PowerPoint en Keynote (zie Werken met presentatiesoftware), maar ook daarnaast zijn er nog genoeg hulpmiddelen die je kunt gebruiken (zie Overige hulpmiddelen gebruiken). Het is wel van belang dat je hulpmiddelen kiest die passen bij je presentatie, en dat je de techniek die daarbij hoort ook onder de knie hebt. Je vindt daarover de nodige adviezen en informatie, ook over het eventuele gebruik van een microfoon (zie Een microfoon gebruiken).
Ten slotte vind je informatie over twee bijzondere presentatievormen: de posterpresentatie en de (academische variant op) de TedTalk.
