Toolkit Academische Vaardigheden
Toolkit Academische Vaardigheden

De Tedtalk

De Tedtalk komt uit de commerciële wereld. Hij is bedoeld als een perfecte presentatie van ongeveer 15 minuten (‘de presentatie van je leven’) over een idee of een project en moet de toehoorders vooral inspireren en/of tot actie aanzetten. Volgens de opzet van de TedTalk moet het idee zelf en het enthousiasme van de presentator voor de inspiratie zorgen. TedTalk-presentaties worden dan ook heel uitgebreid geoefend, vaak met behulp van coaches, uit het hoofd geleerd en tot op de minuut geregisseerd. ‘Saaie’ PowerPoint slides en dergelijke zijn verboden. Het volle licht moet vallen op de presentator en diens bevlogenheid.

Het format van de Tedtalk wordt ook in de wetenschappelijke wereld toegepast, en kan ook in een onderwijssetting van je gevraagd worden. De academische variant van de TedTalk is meestal meteen een stuk bescheidener en minder gelikt. Je mag ook gerust gebruik maken van extra hulpmiddelen, zoals PowerPoint slides.

Als je de opdracht krijgt je presentatie in de vorm van een TedTalk te gieten, moet je een aantal zaken in de gaten houden. In de eerste plaats moet je de inhoud van je presentatie scherp selecteren: je moet inzoomen op één onderwerp, indien mogelijk in de vorm van een idee, of plan, of voorstel. In de tweede plaats moet je kiezen voor de structuur van een verhaal. Een verhaal over (de mogelijke belevenissen van) het onderwerp dat je gekozen hebt, of over jouw belevenissen bij het onderzoeken of uitwerken van het idee/plan/voorstel. Het mogen ook meerdere kleine verhalen zijn die uiteindelijk bij eenzelfde rode draad blijken te horen. Een goed voorbeeld van dat laatste is het beroemde Commencement Address van Steve Jobs in 2005 voor studenten van Stanford University. In de derde plaats moet je het element van bevlogenheid en beleving laten terugkomen. Dat betekent dat er persoonlijke elementen in je verhaal moeten zitten, en dat je in je taalgebruik enthousiast en zelfbewust moet overkomen, en je je publiek daarmee zo goed mogelijk moet boeien (zie Het publiek boeien).

De keuze voor de structuur van een verhaal betekent dat je de vaste onderdelen van inleiding, middenstuk en slot (zie Een presentatie structureren) op een specifieke manier invult.

  • De inleiding moet vooral de aandacht trekken. Dat kan zijn in de vorm van een vraag aan het publiek, of van een persoonlijke belevenis of anecdote die natuurlijk wel gerelateerd is aan het onderwerp. Informatie over de opbouw is veel minder belangrijk, ook al omdat je je toehoorders in spanning wilt houden over het verdere vervolg.
  • In het middenstuk vertel je wat je wilt vertellen over je onderwerp. Met zoveel mogelijk aandacht voor de persoonlijke impact die het onderwerp op je heeft (gehad). Bijvoorbeeld: je kunt de ‘behandeling’ van verschillende theorieën over stress en wat er dan in feite in je hersens gebeurt, vertellen in de vorm van het verhaal van jouw persoonlijke zoektocht naar inzichten over stress die jou zouden kunnen helpen om wat minder last te hebben van spanningen.
  • Het slot moet niet een wetenschappelijke conclusie bevatten, want dat is teveel een afronding en dus afsluiting van het onderwerp. Het moet juist een inspirerende vooruitblik zijn: wat kan er nog meer onderzocht of bedacht worden? Wat zouden je toehoorders doen of verder willen onderzoeken? Die afsluiter moet er als het even kan op gericht zijn om de toehoorders aan het denken te zetten.