Argumenteren
In academische teksten rapporteren schrijvers aan vakgenoten de resultaten van hun onderzoek. Daarbij leggen ze hun lezers allerlei argumentaties voor, met als doel dat de lezers overtuigd raken van de aanvaardbaarheid en geloofwaardigheid van de standpunten en interpretaties die de schrijvers op basis van hun onderzoek hebben ontwikkeld. Aan deze argumentaties worden een aantal eisen gesteld. Zo moet de kern van elke argumentatie bestaan uit een rationele redenering (of reeks van redeneringen).
Hoe een rationele redenering in elkaar moet zitten, lees je in Hoe zit een rationele redenering in elkaar?. Hoe je kunt nagaan wat de kwaliteit is van een redenering die je zelf hebt opgezet of die je leest bij andere auteurs, vind je in Hoe beoordeel je de kwaliteit van een redenering?. Verder tref je een overzicht van een aantal veelgebruikte ‘redeneerschema's’, met daarbij de evaluatievragen die je kunt stellen (zie Veelgebruikte redeneerschema’s). Die vragen kun je gebruiken om te controleren of je een bepaald redeneerschema goed hebt toegepast, maar je kunt daarmee ook de redeneringen van andere auteurs kritisch evalueren. Een overzicht van tien beruchte redeneerfouten vind je in Tien beruchte redeneerfouten.
Ook afbeeldingen, in de vorm van foto’s, grafieken, geografische verspreidingskaarten en andere vormen van datavisualisatie, kunnen een rol spelen bij argumentaties in wetenschappelijke teksten. Als illustraties bij de tekst hebben ze vaak een ondersteunende functie bij een beschrijving of een redenering. Het is belangrijk om hun rol kritisch te evalueren: ondersteunen ze inderdaad een redenering of lijkt het maar zo dat ze die versterken? In deze rubriek komt specifiek de rol van foto’s en van grafieken en kaarten aan de orde.
In het geval van foto’s is het belangrijk om kritisch te evalueren of ze niet misleidend gebruikt zijn. Bijvoorbeeld doordat ze gemanipuleerd zijn, of doordat de keuze die een schrijver uit het beschikbare fotomateriaal gemaakt heeft niet representatief is. Als het gaat om grafieken en kaarten is het belangrijk om kritisch na te gaan op welke dataset de visualisatie is gebaseerd, hoe die tot stand is gekomen en op welke manier er gebruik wordt gemaakt van de relevante data. Bovendien is het van belang om te toetsen of de visualisatie zelf niet is gemanipuleerd.
Waar je op moet letten bij het kritisch ‘lezen’ van foto’s die als illustraties worden gebruikt, bespreken we in De rol van foto’s. Waar je voor op je hoede moet zijn bij de inzet van datavisualisatie in wetenschappelijke teksten, lees je in De rol van datavisualisatie. Uiteraard is deze informatie ook relevant als je zelf in je eigen tekst gebruik wilt maken van foto’s, grafieken en kaarten.
Meer weten?
Zie ook Nederhoed, P. (2004), Helder rapporteren. Een handleiding voor het opzetten en schrijven van rapporten, scripties, nota’s en artikelen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, achtste druk. In deel 2 van dit boek wordt aandacht besteed aan het gebruik van grafieken, tabellen en andere manieren om gegevens op een correcte manier grafisch weer te geven.
Meer over redeneren (oftewel ‘argumenteren’) vind je in hoofdstuk 4 en 5 uit Jungslager, F. & Maljaars, W. (2023), Kritisch denken en schrijven. Van onderzoeksvraag naar wetenschappelijke tekst. Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2e herziene druk.
